Dutch - English Dictionary
Dutch language page.
- aanaarden -- earth
- aanbakken -- fur
- aanbelanden -- endup
- aanbesteden -- invitetendersfor
- aanbevelen -- commend
- aanbidden -- adore
- aanbieden -- bid; presentwith
- aanbinden -- begin
- aanbranden -- stick to the pan
- aanbreken -- breakinto; begin
- aanbrengen -- fit; bring; accuse; giveanaccount; recruit
- aandikken -- thicken; blow up
- aandoen -- affect; turnon; callat; activate; agitate; puton; switch
- aandraaien -- fasten; switch
- aandragen -- bring
- aandringen -- insist
- aandrukken -- press
- aanduiden -- indicate; pointout
- aandurven -- daretofight; dare
- aaneennaaien -- sewtogether
- aaneenschakelen -- linktogether
- aaneenvoegen -- join
- aangaan -- makeanoise; burn; form; concern; makeacontract; relate
- aangeven -- declare; accuse; give; register; indicate; pass; pointout; convey
- aangroeien -- accrue; augment
- aanhaken -- hitchon
- aanhalen -- attract; cite
- aanhangen -- stick; adhereto
- aanharken -- rake
- aanhouden -- arrest; continue; endure; halt; persevere; adjourn; keep...burning
- aanklagen -- accusation; accuse
- aankleden -- furnish; clothe
- aankomen -- gain; touch
- aankondigen -- advertise; advise; acquaint
- aankweken -- cultivate
- aanlanden -- land; endup
- aanleggen -- level; aim; install; build
- aanlengen -- dilute
- aanleren -- learn
- aanlokken -- attract
- aanmaken -- kindle; fabricate; achieve; prepare
- aanmoedigen -- encourage
- aannaaien -- sew
- aannemen -- adopt; accept; employ; affiliate; confirm; guess
- aanpakken -- advance; dealwith
- aanpassen -- attune; accomodate; adapt; fit; attempt; tryon
- aanplakken -- placard; paste
- aanpraten -- palmoffon
- aanraden -- advise
- aanraken -- touch
- aanranden -- assault
- aanreiken -- hand; pass; convey
- aanroeren -- touchupon
- aanschaffen -- buy; get
- aanschroeven -- screwhome
- aanschuiven -- pushon; drawuptothetable
- aanslaan -- alarm; givetongue; root; tax; getblurred; rebound; salute
- aansluiten -- connect; associate; correspond; bind
- aansmeren -- palmoffon
- aanspreken -- accost; breakinto; sue
- aanstaan -- beajar; please
- aansteken -- kindle; infect; communicate; illuminate; switch
- aanstellen -- appoint
- aanstoken -- abet
- aanstoten -- jog
- aantasten -- assault; corrode
- aantekenen -- note; record
- aantikken -- finish; tapat
- aantreden -- fallin
- aantreffen -- comeacross; find
- aantrekken -- attract; drawtighter; puton
- aanvaarden -- accept
- aanvallen -- commitaggression; assault
- aanvatten -- get
- aanvegen -- sweep
- aanvoelen -- feel
- aanvoeren -- bring; govern; command
- aanvragen -- book; ask
- aanvullen -- complete
- aanwakkeren -- agitate; encourage; increase; fan
- aanwenden -- apply; employ
- aanwennen -- accustom
- aanwerven -- employ; recruit
- aanzetten -- sharpen; activate; fur; sew; attach; switchon; fan
- aanzien -- appearance; endure; esteem
- aanzitten -- touchupon; sitattable
- aanzwellen -- swell
- aarzelen -- hesitate; waver
- abdiceren -- abdicate; resign
- abdiqueren -- abdicate; resign
- aborteren -- abort
- absolveren -- absolve; acquit
- abstraheren -- abstraction; abstract; deduce
- accapareren -- corner
- accelereren -- accelerate
- accentueren -- accent
- accepteren -- accept
- acclimatiseren -- acclimatize; acclimate
- accommoderen -- accomodate
- accompagneren -- accompany
- accorderen -- cometoanagreement
- accrediteren -- accredit
- accumuleren -- accumulate
- achten -- esteem; account
- achterhouden -- holdback
- achterlaten -- leavebehind
- achterlopen -- belate
- achternagaan -- runafter
- achteroverdrukken -- pilfer
- achterovervallen -- fallbackwards
- achterstellen -- subordinate; neglect
- achteruitgaan -- decline; recede; gobackwards
- achtervolgen -- chase
- acteren -- act
- activeren -- activate
- adapteren -- adapt
- ademhalen -- breathe
- aderen -- grain
- administreren -- administer
- adopteren -- adopt
- adoreren -- adore
- adresseren -- address
- adstrueren -- prove
- adverteren -- advertise
- adviseren -- advise
- afbeelden -- depict
- afbellen -- cancelbytelephone
- afbetalen -- amortize; payoff; payonaccount
- afbeulen -- fagout
- afbinden -- ligature; untie
- afbreken -- break; pick; crydown; divide; cut; breakdown; stop
- afbuigen -- branchoff
- afdalen -- descend
- afdanken -- discharge; discard
- afdingen -- bargain
- afdraaien -- rattleoff; turnaway; grindout; decrease
- afdragen -- useup; convey
- afdrogen -- clatter; dry; delete
- afdrukken -- copy; mark; print
- afdwalen -- deviate; goastray; strayfromone'ssubject; strayoff
- afdwingen -- extort
- affronteren -- abuse
- afgaan -- absentonself; gooff; attend
- afgooien -- castoff
- afgraven -- digoff
- afgrendelen -- bolt
- afhaken -- unhook; uncouple
- afhakken -- cutoff
- afhalen -- abide; deduct; takealong; string; meet; takeup
- afhandelen -- conclude; compose
- afhangen -- depend; hangdown
- afhouden -- abstract; keepatadistance
- afjakkeren -- fagout
- afkeren -- turnaway
- afkicken -- kickit
- afkluiven -- gnawoff
- afkoelen -- cool; getcold
- afkondigen -- issue; promulgate; publish
- afkoppelen -- uncouple
- afkrabben -- scrape
- afkraken -- dodown
- afladen -- unload
- afleggen -- abandon; takeoff; layer; cover
- afleiden -- abstract; derive; distract; extract; induce
- afleren -- breakofahabit; forget; breakoneselfofahabit
- afleveren -- deliver
- afluisteren -- bug
- afmaken -- accomodate
- afmelden -- checkout
- afnemen -- buy; clearaway; abstract; decrease; abate; settle; drop
- afpakken -- abstract
- afplukken -- pick
- afraden -- adviseagainst; dissuade
- afraffelen -- bungle
- afranselen -- beat; clatter; thresh
- afrekenen -- settle
- afronden -- round
- afrukken -- pick
- afschaffen -- abolish; doawaywith
- afschaven -- abrade
- afscheiden -- divide; secrete
- afschenken -- decant
- afscheren -- shave
- afschilderen -- paint
- afschrikken -- deter
- afschudden -- shakeoff
- afschuiven -- abdicate
- afslaan -- beatoff; turn; halt; reject; decrease; godown; discount; reducetheprice
- afsluiten -- bar; accomodate; makeacontract; strikeabalance; fenceoff; lock
- afspiegelen -- mirror
- afspoelen -- gargle
- afspreken -- agree; makeanappointment; meet
- afspringen -- jumpoff; breakdown
- afstaan -- cede; abandonment
- afstammen -- accrue
- afsteken -- cutoff; contrast; bevel
- afstellen -- adjust
- afstoffen -- dust
- afstoten -- knockoff; repel
- afstraffen -- chastise
- afstuderen -- graduate; finishone'sstudies
- aftasten -- feel
- aftekenen -- design; delineate
- aftellen -- countdown; count
- aftreden -- abdicate; resign; quit; resignation; retire
- aftrekken -- countdown; marchoff; infuse; discount; subtract
- aftroeven -- trump
- aftuigen -- thrash; unharness; dismantle
- afvaardigen -- delegate; depute
- afvallen -- apostatize; fall; dropout; drop; desert; fallaway
- afvegen -- delete
- afvloeien -- bedischargedgradually; flowdown
- afvoeren -- eliminate
- afwachten -- bide
- afwegen -- measureout; weigh
- afwenden -- turnaway
- afwentelen -- rolloff; shiftonto
- afweren -- parry; protectfrom
- afwikkelen -- conclude; liquidate; unroll
- afwisselen -- vary
- afzetten -- deposit; amputation; amputate; takeoff; depose; deprive; turnoff; garnish; shutoff; fleece
- afzonderen -- divide; insulate
- afzweren -- abjure; forswear
- ageren -- act
- agglutineren -- agglutinate
- agiteren -- abet
- agnosceren -- acknowledge
- alarmeren -- alarm
- alterneren -- alternate
- amalgameren -- amalgamate
- amenderen -- amend
- amerikaniseren -- Americanize
- amortiseren -- amortize
- amputeren -- amputation; amputate
- amuseren -- amuse
- analyseren -- analyse
- animeren -- encourage
- ankeren -- anchor
- annexeren -- annex
- annoteren -- comment; annotate
- annuleren -- abjure
- antedateren -- antedate
- anticiperen -- anticipate
- antidateren -- antedate
- antwoorden -- answer
- appelleren -- appeal
- applaudisseren -- acclaim
- appreteren -- finish
- approvianderen -- provision
- arbeiden -- work
- arceren -- hatch
- archiveren -- archive
- argumenteren -- maintain
- arrangeren -- arrange
- arresteren -- arrest
- articuleren -- articulate
- asfalteren -- asphalt
- assembleren -- assemble
- assimileren -- assimilate
- assisteren -- abet
- assureren -- insure
- attenderen -- drawattention
- automatiseren -- automate
- autoriseren -- authorize
- baaien -- baize
- babbelen -- chat
- baden -- bathe; haveabath
- bakken -- bake; fry
- balanceren -- rock; balance
- banen -- smooth
- barricaderen -- barricade
- barsten -- burst
- baseren -- base; erect; ground
- baten -- accomodate; avail
- bazelen -- drivel
- beantwoorden -- reciprocate; answer
- bebouwen -- cultivate; grow
- bedaren -- abate; appease; calmdown
- bedekken -- cover
- bedelen -- beg
- bedenken -- invent; fancy; think
- bederven -- damage; bribe; gobad; putrefy
- bedienen -- control; administerthelastsacraments; serve
- bedoelen -- aim; mean
- bedonderen -- cheat
- bedotten -- fool; bilk
- bedragen -- amount; amountto
- bedreigen -- menace
- bedriegen -- beunfaithful; cheat
- bedroeven -- afflict; causepain; annoy
- beduvelen -- fool
- bedwingen -- bridle
- beëindigen -- finish; accomodate
- beffen -- eat
- begaan -- tread
- begeleiden -- accompany; escort
- begenadigen -- amnesty; forgive
- begeren -- covet; desire
- begeven -- give out
- begiftigen -- endow
- beginnen -- begin; commence
- begoochelen -- bewitch
- begraven -- bury; entomb
- begroeten -- welcome; greet
- begroten -- appraise
- begunstigen -- favor
- behalen -- achieve; accomplish; earn
- behandelen -- carefor; discuss; dealwith
- beheersen -- bemasterof; knowhow
- beheren -- administer; keephouse
- behoeden -- guard; shelter
- behoeven -- need
- behoren -- belongto; befit; haveto
- behouden -- conserve; save; safe
- beieren -- peal
- beïnvloeden -- act
- beitelen -- carve
- bejammeren -- besorryabout; begrudge; mourn
- bekendmaken -- advise
- bekennen -- acknowledge
- bekeren -- convert
- beklagen -- havecompassionon
- bekleden -- occupy; cover; clothe
- beklimmen -- ascend
- bekoelen -- abate; cool
- bekogelen -- bombard
- bekonkelen -- intrigue
- bekoren -- attract; entice; charm
- bekrachtigen -- acknowledge; ratify; sanction
- beladen -- burden
- belasten -- tax; burden
- belasteren -- slander
- belazeren -- cheat
- beledigen -- abuse
- belegeren -- besiege
- beleggen -- invest; cover; cause
- belemmeren -- bar; oppose; hinder; hamper; bother
- beletten -- bar
- beleven -- go through; experience
- bellen -- ring
- beloeren -- spy
- belonen -- compensate
- beloven -- promise
- beluisteren -- listen
- bemantelen -- mask
- bemerken -- find
- bemesten -- fertilize
- bemiddelen -- mediate; actasagent
- bemoederen -- mother
- bemoedigen -- encourage
- benadelen -- harm
- benaderen -- approach; approximate
- benadrukken -- accent
- benevelen -- befog
- bengelen -- swing
- benoemen -- appoint; call; nominate
- benutten -- makeuseof; employ
- beoefenen -- exert
- beoordelen -- judge; censure
- bepalen -- define; attach; qualify
- bepantseren -- armour
- beperken -- abridge
- bepleisteren -- plaster
- bepoederen -- powder
- bepraten -- persuade; discuss
- beraadslagen -- deliberate
- beredeneren -- argue
- bereiken -- accomplish
- berekenen -- calculate; compute; charge
- bergen -- putaway; store; conserve; save
- berichten -- acquaint; communicate
- berispen -- blame
- beroeren -- touchlightly; touch
- beroven -- rob; deprive
- berusten -- be deposited; acquiesce
- beschadigen -- damage
- beschaven -- civilization; civilize; cultivate
- beschermen -- actaspatron; protect; shelter
- beschilderen -- paintover
- beschimmelen -- getmouldy
- beschouwen -- account; contemplate; deem
- beschuldigen -- accusation; accuse; blame
- beseffen -- understand; beawareof
- beslaan -- comprise; fill; shoe; garnish; getblurred; take; becomesteamy
- beslissen -- decide
- besluiten -- decide; accomodate; abstract
- besmeren -- anoint
- besmetten -- infect; communicate
- besnuffelen -- smellat
- bespatten -- spatter
- bespelen -- play
- bespioneren -- keepaneyeon; spy
- bespoedigen -- accelerate; advance
- bespotten -- jeerat; deride
- bespreken -- reserve; discuss; review; book
- besprenkelen -- sprinkle; spatter
- besproeien -- irrigate; sprinkle
- bestaan -- exist; existence; bebold
- besteden -- payout
- bestelen -- rob
- bestellen -- deliver; book
- bestemmen -- destine
- bestraffen -- punish
- bestrooien -- sprinkle
- bestuderen -- study
- besturen -- administer; direct; govern; conduct; keephouse; pilot; control
- betalen -- pay
- betasten -- feel
- betekenen -- assign; imply
- beteugelen -- bridle
- betimmeren -- board
- betitelen -- title
- betoveren -- bewitch; fascinate
- betrappen -- surprise
- betreffen -- concern; relate
- betrekken -- entangle; include; get
- betreuren -- besorryabout; begrudge; mourn
- betwisten -- challenge; protest
- beuken -- thrash
- bevallen -- givebirth; bear; please
- bevangen -- abashed; defeat
- bevatten -- comprise; understand
- bevelen -- command; tell
- beven -- quiver
- bevestigen -- attach; affirm; confirm; acknowledge
- bevinden -- ascertain; find
- bevochtigen -- dampen
- bevoelen -- feel
- bevoordelen -- favor
- bevoorraden -- provide
- bevorderen -- advance; promote
- bevredigen -- meetwith
- bevuilen -- soil
- bewaken -- guard
- bewandelen -- follow
- bewapenen -- arm
- bewaren -- putaway; guard; conserve
- bewegen -- move; affect; actuate
- beweren -- assert
- bewerken -- adapt; cultivate
- bewerkstelligen -- accomplish; produce
- bewimpelen -- mask
- bewonderen -- admire
- bezegelen -- seal
- bezeren -- hurt
- bezetten -- occupy
- bezielen -- animate; inspire
- bezitten -- own
- bezoedelen -- soil
- bezoeken -- frequent; attend
- bezorgen -- bring
- bezuinigen -- save
- bezweren -- beseech; adjure
- bibberen -- quiver
- bidden -- beseech; pray
- binden -- bind; connect
- binnenkomen -- comeinto
- binnenlaten -- admit
- biologeren -- hypnotize
- bladeren -- leafthrough
- blaffen -- bark
- blazen -- blow
- bliksemen -- lighten
- blinken -- shine
- bloeden -- bleed
- bloeien -- besuccesful
- blokkeren -- block
- blozen -- blush
- blussen -- extinguish
- boeien -- fetter
- boemelen -- debauch
- boeren -- belch
- boeten -- mend; dopenance
- boetseren -- model
- bombarderen -- bombard; bomb
- borrelen -- bubble; boil
- borstelen -- brush
- bottelen -- bottle
- bouwen -- build; buildfromwood
- braden -- roast
- branden -- burn; distil; roast
- breken -- burst; break
- brengen -- bring; conduct; carry
- brommen -- murmur; buzz
- brouwen -- brew; makeauvularR
- bruisen -- foam
- buigen -- bend; stoop; bow
- bukken -- bend
- bulderen -- yell; howl; thunder
- bungelen -- swing
- calculeren -- calculate
- capituleren -- capitulate
- castreren -- castrate
- catalogiseren -- catalogue
- celebreren -- celebrate
- censureren -- censor
- certificeren -- attest
- chaperonneren -- chaperon
- chargeren -- exaggerate
- charmeren -- charm
- charteren -- hire
- chaufferen -- drive
- checken -- audit
- choqueren -- shock
- circuleren -- beabout
- citeren -- cite
- civiliseren -- civilize
- classificeren -- classify
- coachen -- coach
- codificeren -- encode
- collecteren -- collect
- colporteren -- peddle
- combineren -- combine
- commanderen -- command
- compenseren -- compensate
- compileren -- compile
- completeren -- complete
- compliceren -- complicate
- complimenteren -- compliment
- componeren -- compose; create
- comprimeren -- compress
- concluderen -- abstract
- concurreren -- compete
- conditioneren -- setconditions
- condoleren -- expresscondolences
- confereren -- deliberate
- confisqueren -- confiscate
- congresseren -- attendacongress
- conjugeren -- conjugate
- conserveren -- conserve
- constateren -- ascertain
- construeren -- build
- consulteren -- consult
- consumeren -- consume
- continueren -- continue
- contracteren -- makeacontract
- contrasteren -- contrast
- controleren -- audit
- convergeren -- converge
- converseren -- converse
- convoceren -- convoke
- copuleren -- havesex
- corresponderen -- correspond
- corrigeren -- correct
- corroderen -- corrode
- coördineren -- coordinate
- creëren -- create
- cremeren -- cremate
- creperen -- perish
- cureren -- carefor
- dalen -- decrease; descend; land
- danken -- thank
- dansen -- dance
- dartelen -- frolic
- dateren -- date
- daveren -- howl; thunder
- debatteren -- beatoff
- debiteren -- narrate
- decanteren -- decant; decanter
- declameren -- declaim
- declareren -- declare; invoice
- decoderen -- decode
- decoreren -- adorn
- decreteren -- decree
- deduceren -- abstract
- deelnemen -- participate
- degenereren -- degenerate
- degraderen -- degrade
- dekken -- cover
- delegeren -- delegate
- delen -- divide
- delgen -- amortize; payoff
- delven -- digup
- demonstreren -- demonstrate
- demonteren -- takeapart
- dempen -- fill
- denderen -- makeanoise
- denken -- think
- deponeren -- deposit
- deporteren -- deport
- deprimeren -- depress
- deputeren -- depute
- deren -- harm
- derven -- lack
- desinfecteren -- disinfect
- determineren -- determine
- detineren -- detain
- dichtdoen -- close
- dichtmaken -- close; block
- dichtnaaien -- seam
- dichtslaan -- bang; slamshut
- dichtvallen -- slamshut
- dicteren -- dictate
- dienen -- haveto; serve
- dieven -- liquidate
- digereren -- digest
- dingen -- stuff
- dirigeren -- direct
- discuteren -- discuss
- disponeren -- absorb
- disputeren -- argue
- distilleren -- distil
- distribueren -- distribute
- dobbelen -- gamble
- dobberen -- float
- doden -- kill
- doen -- act; achieve; cause
- dokken -- pay
- dolen -- roam
- donderen -- thunder
- dooien -- melt
- doorbladeren -- leafthrough
- doorbrengen -- pass
- doorgaan -- continue; passon; cover
- doorkomen -- succeed
- doorlopen -- continue; blend
- doorroeren -- curl
- doorsmeren -- anoint
- doorstaan -- abide; bear
- doorvoeren -- apply; accomplish
- doorzien -- guess
- dopen -- baptize
- doseren -- measureout
- douchen -- shower; takeashower
- doven -- extinguish
- draaien -- dial; pivot; roll; turn; turnaround
- dragen -- abide; carry; abet
- draineren -- drain
- draperen -- drape
- draven -- trot
- dreigen -- menace
- dresseren -- tame; breed; break
- dribbelen -- trot
- drillen -- exercise
- dringen -- press; push; hurry
- drinken -- drink
- drogen -- dry
- dromen -- dream
- droogleggen -- drain
- droppelen -- drip
- druilen -- doze
- druipen -- drip
- drukken -- press; print
- druppelen -- drip
- dubben -- doubt; hesitate
- duiden -- interpret
- duiken -- dive; sink
- dulden -- abide; putupwith
- duperen -- harm
- duren -- continue
- durven -- bebold
- dutten -- doze
- duwen -- push
- dwalen -- goastray; err; roam
- dwarrelen -- swirl
- dwingen -- compel
- effenen -- even; smooth
- egaliseren -- even
- eindigen -- end; terminate
- eisen -- demand
- elimineren -- eliminate; doawaywith
- emailleren -- enamel
- emballeren -- pack
- emigreren -- emigrate
- emitteren -- issue
- endosseren -- endorse
- entameren -- bringup
- enteren -- hitchon
- eren -- honor
- ergeren -- aggravate; bore; grieve
- erkennen -- acknowledge; accept; admit; confirm
- ervaren -- accomplished; gothrough
- erven -- inherit
- escorteren -- escort
- eten -- food; eat; meal
- etteren -- dischargepus
- evacueren -- evacuate
- evolueren -- develop
- examineren -- examine
- excuseren -- excuse
- executeren -- execute
- experimenteren -- experiment
- exploderen -- explode
- exploiteren -- exploit
- exploreren -- examine
- exporteren -- export
- exposeren -- exhibit
- fabriceren -- fabricate
- factureren -- invoice
- failleren -- bebankrupt
- falen -- abort
- fascineren -- fascinate
- fatsoeneren -- finalize; cut
- feliciteren -- congratulate
- fermenteren -- ferment
- fietsen -- cycle
- figureren -- playasmallpart
- filosoferen -- philosophize
- filteren -- filter
- filtreren -- filter
- financieren -- finance
- fingeren -- feign
- fitten -- adjust; install
- fixeren -- attach
- fladderen -- flirt
- flakkeren -- flicker; flare
- flatteren -- embellish
- flikken -- mend
- flikkeren -- flash; flicker; flare; lighten
- flodderen -- wade
- floreren -- besuccesful
- fluisteren -- whisper
- fluiten -- whistle; hiss
- fnuiken -- weaken
- fokken -- breed
- folteren -- agonize
- forceren -- force; impose
- formeren -- develop; form
- formuleren -- formulate
- fosforesceren -- glowinthedark
- fotograferen -- photograph
- fouilleren -- search
- frankeren -- prepay
- frauderen -- defraud
- friemelen -- fumble
- friseren -- curl
- frommelen -- crease
- fronsen -- furrow
- frustreren -- frustrate
- fuiven -- celebrate
- functioneren -- function
- funderen -- erect
- fusilleren -- shootdead
- gaan -- go; goonfoot; sound; ride; shall
- gadeslaan -- keep
- galopperen -- gallop
- gapen -- gape; gawk
- garanderen -- guarantee
- garneren -- garnish
- gebeuren -- become; event; occasion; occur
- gebruiken -- eat; drink; employ
- gedenken -- recall
- gedogen -- accord
- geeuwen -- yawn
- gekscheren -- jest
- gelden -- concern; bevalid
- geleiden -- conduct
- geloven -- account; opine
- gelukwensen -- congratulate
- genezen -- recover; cure
- genieten -- get; delightin
- geruststellen -- appease
- geschieden -- comeabout
- geselen -- whip
- gesticuleren -- gesture
- getuigen -- attest
- geuren -- giveoffanodour
- geven -- give
- gevoelen -- feel
- gewaarworden -- descry; feel
- gieren -- whistle; skid; cryout; fertilize
- gieten -- irrigate; cast; pour; scatter
- gillen -- yell
- gireren -- endorse
- gisten -- ferment
- glanzen -- shine; glaze
- glibberen -- glide
- glimlachen -- smile
- gloeien -- glow
- goedkeuren -- approve
- golven -- undulate
- gooien -- toss; throw
- gorgelen -- gargle
- graven -- dig
- graveren -- engrave
- grazen -- graze
- grendelen -- bolt
- grenzen -- bound
- grimeren -- makeup
- groeien -- accrue; increase; augment; vegetate
- groeten -- greet
- gronden -- base
- gunnen -- adjudge
- haasten -- hurry
- hakkelen -- stammer
- hakken -- chop
- halen -- fetch; catch; sendfor
- hameren -- hammer
- handelen -- act; dobusiness; negotiate
- hangen -- droop
- hanteren -- handle
- haperen -- goontheblink
- haten -- hate
- hebben -- have
- hechten -- glue; seam
- heengaan -- passaway
- heersen -- control
- heffen -- lever
- heiligen -- sanctify
- helen -- cure; recover
- hellen -- slopedown; stoop
- helpen -- abet; accomodate; serve; avail
- hengelen -- fishwithaline
- herdenken -- recall
- herenigen -- reunite
- herhalen -- repeat
- herinneren -- recall
- herkennen -- recognize
- herkiezen -- re‐elect
- heroveren -- recapture
- herstellen -- repair; fix
- hervormen -- reform
- herzien -- revise
- heten -- call; becalled
- hikken -- hiccup
- hinderen -- bother
- hinkelen -- hop
- hinken -- limp
- hobbelen -- balance; shake
- hoeden -- guard
- hoesten -- cough
- hoeven -- need
- honen -- jeerat
- honoreren -- acknowledge
- hoogachten -- esteem
- horen -- hear; befit; haveto; findout
- houden -- cause; hangonto
- houwen -- beat; chop
- huichelen -- dissemble
- huilen -- bark; howl; shedtears; cry
- huishouden -- keephouse
- huiveren -- quiver
- hullen -- envelop
- hunkeren -- ache; longfor
- huppelen -- hop
- huren -- employ
- huwen -- becomethewifeof; becomethehusbandof
- hypnotiseren -- hypnotize
- identificeren -- identify
- illumineren -- enlighten
- illustreren -- illustrate
- imiteren -- imitate
- immigreren -- immigrate
- impliceren -- imply
- imponeren -- impress
- importeren -- import
- improviseren -- ad‐lib
- inademen -- inhale
- inaugureren -- inaugurate
- indelen -- classify
- indexeren -- index
- indienen -- offer
- ineenstorten -- collapse
- infecteren -- infect; communicate
- informeren -- acquaint; beadvised
- ingaan -- goin; begin
- inhalen -- accomplish; overhaul; earnback
- inhouden -- countdown; comprise
- injecteren -- inject
- inkomen -- income; comeinto
- inkopen -- buy
- inlichten -- acquaint
- inmaken -- preserve; pickle
- innemen -- engulf
- innen -- takein; collect
- inrichten -- erect; arrange
- inroepen -- ask
- inruilen -- interchange
- inschakelen -- turnon; switch
- inschenken -- pourin
- insinueren -- insinuate
- inslaan -- catch
- inslapen -- passaway
- insluiten -- putaway; lockup; imply; include; surround
- inspannen -- harness
- inspecteren -- inspect; revise; review
- inspireren -- inspire
- installeren -- install
- instappen -- getin
- instrueren -- teach; instruct
- instuderen -- study
- interesseren -- interest
- interpreteren -- interpret
- interrumperen -- interrupt
- interviewen -- interview
- intrekken -- drawback
- intrigeren -- intrigue
- inunderen -- flood
- investeren -- invest
- inviteren -- invite
- invoeren -- import
- inwikkelen -- envelop
- inwisselen -- interchange
- inzamelen -- collect
- inzegenen -- bless
- inzetten -- intone; kickoff; insert
- irriteren -- abet
- isoleren -- insulate
- jagen -- chase
- jeuken -- itch
- jodelen -- yodel
- joelen -- cryout
- jongleren -- juggle
- jubelen -- exult
- kabbelen -- burble; lap
- kalefateren -- calk
- kalfateren -- calk
- kalken -- white‐wash; plaster
- kalmeren -- appease; calmdown
- kammen -- comb
- kampen -- fight; wrestle
- kamperen -- camp
- kankeren -- growl
- kantelen -- overthrow
- karakteriseren -- characterize
- kauwen -- chew
- kavelen -- parcelout
- keilen -- throw
- kelen -- cutthethroatof
- kenmerken -- characterize; indicate
- kennen -- beacquaintedwith; bemasterof; knowhow
- kenteren -- change
- keren -- turnaway; halt; turn
- ketenen -- fetter
- ketteren -- blaspheme
- keuren -- censor; censure
- keuvelen -- chat
- kieken -- photograph
- kietelen -- tickle
- kiezen -- choose
- klaarmaken -- finish
- klagen -- complain
- klakken -- clap
- klapperen -- lap
- klateren -- burble
- klauteren -- climb
- klaveren -- clubs
- kleden -- clothe
- klemmen -- pinch
- kletteren -- clatter; clap; crackle; jingle
- kleuren -- paint; colour; blush
- kleven -- stick
- klieven -- split
- klimmen -- climb; ascend
- klingelen -- jingle
- klinken -- rivet; sound
- kloppen -- cometoanagreement; beat; becorrect; knock; pulsate
- kloven -- split
- knabbelen -- gnawoff; nibble
- knallen -- crack
- knapperen -- crackle
- kneden -- knead
- knellen -- press
- knetteren -- crackle
- knevelen -- extort
- knielen -- kneel
- knikken -- nod
- knipogen -- blink
- knippen -- cut; clip
- knipperen -- blink
- knoeien -- defraud; botch
- knokken -- fight
- knotten -- top
- knuffelen -- cuddle
- koeioneren -- abuse
- koelen -- refrigerate
- koeren -- billandcoo
- koesteren -- coddle; incubate
- koken -- boil; cook
- koketteren -- flirt
- kolderen -- bedelirious; drivel
- kolken -- swirl
- koloniseren -- colonize
- komen -- come
- konkelen -- intrigue
- kopen -- buy; acquire; takeover
- koperen -- copper; brass
- koppelen -- couple; match
- korten -- countdown; abbreviate; discount
- kosten -- cost; charge
- krabben -- scratch
- krakelen -- argue; quarrel
- kraken -- creak; crack; overpower
- krenken -- abuse
- kreukelen -- crease
- kreunen -- groan; sigh
- kriebelen -- itch; tickle
- krielen -- abound
- krieuwelen -- itch
- krioelen -- abound
- kritiseren -- censure
- krommen -- bend
- kronen -- crown
- kronkelen -- twist; meander
- kruiden -- flavor; spice
- kruien -- accumulate
- kruipen -- crawl
- kruisen -- cruise; cross; crucify
- kruisigen -- crucify
- krullen -- curl
- kuilen -- bury
- kunnen -- beableto
- kussen -- kiss; cushion; pillow
- kwaadspreken -- slander; gossip
- kwaken -- croak
- kwalificeren -- qualify
- kweken -- breed; cultivate; grow
- kwellen -- haunt; grind; abuse
- kwetsen -- harm; hurt; shock
- kwetteren -- chirp
- kwiteren -- receipt
- lachen -- laugh
- laden -- charge; burden
- laken -- cloth; sheet; reproach
- lakken -- lacquer
- lamleggen -- paralyse
- lanceren -- launch
- landen -- land
- laten -- cause; allow; fail
- laven -- refresh
- ledigen -- empty
- legen -- empty
- legeren -- camp
- leggen -- lay; locate; laydown
- legitimeren -- legitimize
- leiden -- conduct
- lenen -- advance; borrow; loan
- leren -- teach; leather; learn
- leunen -- lean
- leven -- ado; bealive; life
- leveren -- deliver
- lezen -- read
- lichten -- shine; empty
- liefhebben -- love
- liegen -- lie
- liggen -- lie; besituated
- likken -- lick
- liquideren -- liquidate
- lispelen -- lisp
- loden -- lead
- loeien -- howl
- loeren -- peep
- logen -- wash
- logeren -- beaguestof; beonavisit
- lokken -- attract
- lonen -- compensate; beworth
- lonken -- makeeyesat
- loochenen -- deny
- looien -- tan
- lopen -- run; flow; go; march; pace; goonfoot; goforawalk
- loslaten -- allow; reveal
- losmaken -- untie
- louteren -- clean; refine
- loven -- commend
- luchten -- aerate
- luiden -- peal; read
- luisteren -- listen
- lurken -- suck
- maaien -- cut
- machtigen -- authorize
- maffen -- beasleep
- magnetiseren -- magnetize
- makelen -- actasamiddleman
- maken -- develop; fabricate; achieve; cause; create; fix; compose
- malen -- bedelirious; grind
- manifesteren -- demonstrate
- manipuleren -- handle
- manoeuvreren -- manoeuvre
- marchanderen -- bargain
- marcheren -- march
- marcotteren -- layer
- marmeren -- marble; grain
- martelen -- agonize; abuse
- maskeren -- mask
- masseren -- massage
- masturberen -- masturbate
- materialiseren -- materialize
- matigen -- moderate
- mazelen -- measles
- mededelen -- communicate; acquaint
- mediteren -- meditate
- meebrengen -- bringalong
- meedelen -- communicate; acquaint
- meedoen -- participate
- meemaken -- participate
- meevoelen -- sympathize
- melden -- advertise; giveanaccount
- melken -- milk
- memoreren -- recall
- memoriseren -- memorize
- menen -- account; guess
- mengen -- blend
- merken -- mark; find; indicate
- mesten -- fertilize
- meten -- compute; measure
- metselen -- build
- meubileren -- furnish
- middelen -- mediate; means
- mikken -- aim
- minachten -- despise; dislike
- minderen -- decrease
- misbruiken -- abuse
- misgunnen -- envy
- mishandelen -- abuse; agonize
- misleiden -- cheat
- mislukken -- bebankrupt; decline; abort; cometonothing
- missen -- lack; miss
- mobiliseren -- mobilize
- modderen -- botch
- modelleren -- model; mold
- moderniseren -- modernize
- modificeren -- modify
- moeten -- need; haveto
- mogen -- beallowedto; havetherightto; appreciate
- mompelen -- murmur
- monteren -- fit; assemble
- mopperen -- growl
- morrelen -- fumble
- motoriseren -- motorize
- motregenen -- drizzle
- multipliceren -- multiply; duplicate
- mummelen -- murmur
- munten -- coin
- murmelen -- murmur; burble
- musiceren -- makemusic
- naaien -- fuck; needlework; sew; havesex
- nadenken -- meditate; think
- naderen -- advance; comeclose
- nagaan -- examine; account; follow
- nagelen -- nail
- nakomen -- accomplish; arriveafterwards
- nalaten -- bequeath; fail; leavebehind; leaveout; makeawill
- namaken -- copy
- narcotiseren -- drug
- nationaliseren -- nationalize
- navigeren -- navigate
- neerlaten -- lower
- neerleggen -- lay
- negeren -- ignore
- nemen -- get
- nestelen -- nest
- neuken -- fuck; havesex
- niezen -- sneeze
- nivelleren -- level
- noemen -- cite; mention; call
- noteren -- note
- notuleren -- giveaticket
- nummeren -- assignanumber
- obsederen -- obsess
- observeren -- keep
- oculeren -- inoculate
- oefenen -- exercise; practice
- offreren -- offer
- omarmen -- embrace; hug
- ombladeren -- leafthrough
- omdraaien -- turn; turnback
- omgaan -- circumvent
- omgeven -- surround
- omheinen -- fenceoff
- omhelzen -- embrace; hug
- omkeren -- turn; overthrow; turnback
- omkleden -- clothe
- omkomen -- pass; perish
- omkopen -- bribe
- omringen -- surround
- omroeren -- curl
- omschakelen -- commute
- omsluieren -- veil
- omvatten -- comprise; embrace
- omwikkelen -- bandage
- omwoelen -- spade
- omzetten -- transactmoney; move
- onaneren -- jackoff
- onderbreken -- interrupt
- onderdompelen -- drown; immerse
- onderdrukken -- suppress; choke
- onderduiken -- hide; dive
- ondergaan -- perish; abide
- onderhandelen -- dealwith
- onderhouden -- amuse; conserve; support
- onderkennen -- distinguish; recognize
- ondernemen -- undertake
- onderschatten -- underestimate
- onderscheiden -- distinguish
- ondersteunen -- lean; abet
- ondertekenen -- sign
- ondervragen -- interrogate
- onderwaarderen -- underestimate
- onderwerpen -- subdue; submit
- onderzoeken -- examine; explore
- onduleren -- corrugate
- ontaarden -- degenerate
- ontberen -- lack
- ontbieden -- get
- ontbranden -- burn
- ontbreken -- beabsent
- ontdekken -- discover
- ontdoen -- deprive
- ontdooien -- melt
- ontgaan -- escape
- ontgoochelen -- disappoint
- ontheiligen -- defile
- onthoofden -- behead
- onthouden -- abstract; recall
- onthullen -- inaugurate; reveal
- ontkennen -- deny
- ontkleden -- undress
- ontkoppelen -- uncouple
- ontladen -- discharge
- ontlenen -- draw
- ontlokken -- drawout
- ontluiken -- comeintobloom; bud; arise
- ontmoeten -- comeacross
- ontnemen -- deprive
- ontploffen -- explode
- ontraadselen -- decipher; adviseagainst; solve
- ontroeren -- move; affect
- ontruimen -- evacuate
- ontslaan -- discharge; exempt
- ontsmetten -- disinfect
- ontsnappen -- escape
- ontspringen -- spring
- ontstaan -- arise; beginning
- ontsteken -- kindle
- onttakelen -- dismantle
- ontvangen -- accept; conceive; get
- ontvoeren -- abduct
- ontvouwen -- spreadout; layout
- ontwaken -- wake
- ontwapenen -- disarm
- ontwerpen -- plan; makeaprojectof; sketch
- ontwikkelen -- develop; reveal
- ontwoekeren -- reclaim
- ontwortelen -- eradicate
- oogsten -- collect; harvest
- oordelen -- judge
- opbellen -- telephone
- opbergen -- putaway; store
- opbrengen -- give; afford
- opdragen -- celebrate; dedicate; entrust
- openen -- open
- openmaken -- open
- openstaan -- bevacant
- opereren -- operate
- opgaan -- ascend; tread; bevalid
- opgeven -- abandon; say; lose; giveup
- opgraven -- digup; dig
- ophalen -- inhale; lever; meet; takeup
- opheffen -- liquidate; stop
- ophelderen -- clear
- ophouden -- extend; end; detain; cease
- opklaren -- clear
- opkomen -- arise; ascend
- opleiden -- breed
- opletten -- advert
- opleveren -- afford
- oplossen -- solve; dissolve
- opmaken -- finish; useup; waste; edit
- opmerken -- notice
- opmonteren -- encourage
- opnemen -- transfer; measure
- oppassen -- advert; becareful; lookafter
- opperen -- express; advance
- oprichten -- erect; lever
- opruimen -- arrange
- opsieren -- adorn
- opslaan -- store; stock
- opstaan -- getup; cook; ascend; stand
- opstapelen -- accumulate
- opstellen -- edit
- opteren -- useup
- optreden -- action; act; presentation
- opvallen -- hit
- opvoeden -- breed; coach
- opwekken -- encourage; arouse
- opwinden -- abet; wind; windup; excite; strech
- opzeggen -- declaim
- opzetten -- tousle; spreadout; pad; swell
- opzoeken -- lookfor; attend
- ordenen -- arrange
- organiseren -- organize
- oriënteren -- orient
- orkestreren -- orchestrate
- oscilleren -- oscillate
- overdenken -- think
- overdoen -- disposeof
- overdonderen -- abash
- overeenkomen -- becorrect; agree
- overeenstemmen -- accord; cometoanagreement
- overgaan -- pass; sound; cross
- overgeven -- convey; throwup
- overhalen -- distil; persuade
- overhandigen -- hand
- overkomen -- appear
- overleggen -- deliberate
- overmeesteren -- overpower
- overnachten -- passthenight
- overnemen -- buy
- overplaatsen -- move
- overreden -- persuade
- overschakelen -- commute
- overschatten -- overestimate
- overtreffen -- surpass; exceed
- overtuigen -- convince
- overwegen -- account
- overweldigen -- overpower
- overzetten -- translate
- pachten -- farm
- pakken -- clutch; pack; capture; get
- pantseren -- armour
- paraderen -- display
- pareren -- turnaway; reducetheprice
- parfumeren -- perfume
- parkeren -- park
- participeren -- participate
- passen -- befit; conform; beappropriate; attempt; tryon
- passeren -- ignore; pass; overtake; overhaul
- patrouilleren -- patrol
- pauzeren -- pause
- peddelen -- paddle; pedal
- pekelen -- pickle
- peperen -- pepper
- persen -- squeezeout; press
- peuteren -- finger
- piekeren -- puzzleover
- pimpelen -- drink
- pingelen -- bargain
- plaatsen -- locate; laydown
- plagen -- tease; afflict
- plakken -- glue; abide
- planten -- plant
- plegen -- accustom
- pleisteren -- white‐wash; plaster
- ploegen -- plough
- ploeteren -- paddle
- plukken -- pick; collect
- plunderen -- plunder
- pochen -- boast
- poederen -- powder
- pogen -- aim; try
- polemiseren -- engageinacontroversy
- poseren -- pose
- posten -- post; beonduty
- praten -- chat; speak
- prefereren -- prefer
- preken -- preach
- presenteren -- offer
- presideren -- preside
- prikkelen -- agitate; abet; spur
- proberen -- attempt
- procederen -- gotocourt
- proclameren -- issue
- proeven -- taste
- profaneren -- defile
- profeteren -- forecast
- profiteren -- profit
- programmeren -- programme
- projecteren -- project
- prolongeren -- extend
- promoveren -- advance
- pronken -- display; showoff
- propageren -- advertise
- prostitueren -- prostitute
- protesteren -- protest
- provianderen -- provide; provision
- provoceren -- defy
- pruttelen -- simmer
- publiceren -- publicize; publish
- pulseren -- pulsate
- punteren -- punctuate
- purperen -- purple
- raadplegen -- consult
- raaskallen -- bedelirious; drivel
- raden -- guess; advise
- raffineren -- refine
- raken -- become; concern; catch; touch
- rangeren -- manoeuvre
- rapen -- collect
- ratificeren -- ratify
- reageren -- react
- realiseren -- produce
- rebelleren -- rebel
- recenseren -- review
- reciteren -- recite
- recommanderen -- commend
- recruteren -- recruit
- rectificeren -- adjust
- redden -- keep
- redigeren -- edit
- reduceren -- reduce
- reflecteren -- reflect
- reformeren -- reform
- regelen -- arrange; putinorder; organize; regulate
- regenen -- rain
- regeren -- govern; control
- registreren -- enter; record
- reglementeren -- regulate
- reguleren -- regulate
- reiken -- run
- reinigen -- clean
- reizen -- travelling; travel
- rekenen -- figure; calculate; demand
- rekken -- extend; lengthen
- rekwireren -- exact
- remmen -- brake
- renoveren -- renew
- repareren -- repair; fix
- reproduceren -- giveback; render
- reserveren -- detain; reserve; book
- resideren -- dwell; abide
- resoneren -- echo
- resorberen -- absorb
- respecteren -- respect
- resteren -- remain
- restitueren -- repay
- resulteren -- result
- resumeren -- abstract
- retoucheren -- touchup
- reviseren -- seeagain; revise
- richten -- direct
- rieken -- giveoffanodour
- rimpelen -- furrow
- rinkelen -- jingle
- riskeren -- hazard
- ritselen -- rustle
- rochelen -- spit
- roddelen -- slander
- roeien -- measure; row
- roepen -- cryout; call
- roeren -- curl
- roken -- smoke
- rokeren -- castle
- rommelen -- makeanoise
- ronddelen -- deal
- ronddraaien -- turn; turnback
- rondgaan -- beabout; circumvent
- roosteren -- roast
- roteren -- pivot
- rouleren -- beabout
- roven -- plunder
- royeren -- discharge
- ruiken -- smell; giveoffanodour
- ruilen -- interchange
- ruimen -- empty; arrange
- ruïneren -- destroy
- rukken -- jerk
- rumoeren -- makeanoise
- rusten -- repose
- salderen -- strikeabalance
- salueren -- salute
- samenkomen -- formagroup; converge; assemble
- samenstellen -- compile; compose; puttogether
- samenvatten -- abstract
- samenzweren -- conspire
- sanctioneren -- sanction
- scanderen -- scan
- schaatsen -- skate
- schaden -- damage; harm
- schakelen -- switch
- scharrelen -- court; flirt; fumble; scratch
- schateren -- roarwithlaughter
- schatten -- appraise
- scheiden -- divide; disintegrate; breakup; getadivorce; getdivorced
- schelen -- differ; ail; belacking
- schenden -- damage; defile; break
- schenken -- donate; pour
- scheppen -- create; compose; draw; shovel
- scheren -- skim; shave; clip
- scherpen -- sharpen
- schertsen -- jest
- scheuren -- burst; rip
- schieten -- fire
- schikken -- beappropriate; arrange
- schilderen -- paint
- schillen -- shell
- schimmelen -- getmouldy
- schitteren -- shine; flare
- schoffelen -- weed
- schommelen -- balance; oscillate
- schoonmaken -- clean
- schrappen -- crossout; scrape
- schreeuwen -- cryout
- schreien -- cry
- schroeien -- burn
- schroeven -- screw
- schudden -- abet; shake
- schuieren -- brush
- schuilen -- shelter
- schuimen -- skim; foam
- schuiven -- glide; pushalong
- serveren -- serve
- sieren -- adorn
- simplificeren -- simplify
- simuleren -- feign
- situeren -- locate
- sjacheren -- peddle
- slaan -- beat; knock; sound; mark
- slachten -- butcher
- slagen -- succeed
- slapen -- beasleep
- slepen -- drag
- slikken -- swallow
- slingeren -- oscillate; roll; meander; brandish; sway
- slinken -- abate; shrink
- sluieren -- veil
- sluimeren -- doze
- sluipen -- steal
- sluiten -- close; beclosed; lock
- smachten -- ache; longfor
- smaken -- taste
- smeden -- forge
- smeken -- beseech
- smelten -- melt
- smeren -- anoint
- smetten -- soil
- smoezelen -- whisper
- smokkelen -- smuggle; takein
- smoren -- choke
- sneeuwen -- snow
- snellen -- race
- sneuvelen -- perish
- snikken -- sob
- snoeien -- prune; clip
- snuffelen -- snuffle
- snuiven -- snuffle
- snurken -- snore
- solderen -- solder
- solliciteren -- runforelection
- solveren -- liquidate
- sommeren -- command
- souffleren -- prompt
- spannen -- harness; strech
- sparen -- begrudge; belenientwith; save
- spartelen -- flounder
- specificeren -- specify
- spelen -- play; present
- spellen -- spell
- spenderen -- dedicate; payout
- spiegelen -- reflect
- spikkelen -- punctuate
- spinnen -- spin
- spioneren -- peep
- splinteren -- splinter
- splitsen -- divide
- spoelen -- wind; gargle
- spotten -- jeerat
- spreiden -- layout
- spreken -- speak; speech
- sprenkelen -- sprinkle
- springen -- explode; burst; jump
- sproeien -- irrigate; sprinkle; squirt
- spruiten -- bud; arise
- spugen -- spit; throwup
- spuiten -- squirt
- sputteren -- growl
- staan -- stand; clothe
- stagneren -- stagnate
- staken -- strike; stop
- stamelen -- stammer
- stapelen -- accumulate
- stappen -- pace
- staren -- gaze
- starten -- startoff; start
- stationeren -- locate
- staven -- acknowledge; prove
- steken -- enter; laydown; pick
- stelen -- steal
- stellen -- laydown; edit; guess; adjust
- stemmen -- tune; vote
- stempelen -- mark
- stenograferen -- writeshorthand
- steriliseren -- sterilize
- sterken -- fortify
- sterven -- marchoff; passaway; die
- steunen -- lean; groan; abet
- stichten -- edify; erect; found; activate
- stikken -- quilt; choke
- stileren -- edit
- stilstaan -- halt; stagnate
- stimuleren -- rouse
- stinken -- reek
- stippelen -- punctuate
- stipuleren -- setconditions
- stofferen -- garnish
- stoppen -- mend; halt; constipate; laydown; fill; cease; block
- storen -- bar; bother
- storten -- drop; pay; pour; dump
- stoten -- push; shake
- stotteren -- stammer
- straffen -- punish
- stranden -- abort; strand; miscarry
- strekken -- extend; strech
- strengelen -- roll
- streven -- aim; efforts; try; strivefor
- stromen -- flow
- strompelen -- stumble
- strooien -- scatter; dump
- struikelen -- stumble
- studeren -- study
- stuiven -- gush
- sturen -- send
- substitueren -- substitute
- suggereren -- advance
- suizelen -- buzz
- surveilleren -- audit
- symboliseren -- symbolize
- tackelen -- assault
- tasten -- feel
- taxeren -- appraise
- tegenkomen -- comeacross
- tegenspreken -- challenge; contradict
- tegenvallen -- disappoint
- tegenwerken -- oppose
- teisteren -- catch
- tekenen -- design; characterize; mark; indicate; sign
- telefoneren -- telephone
- telegraferen -- dispatch; telegraph
- telen -- breed; cultivate
- teleurstellen -- disappoint; setstraight
- tellen -- calculate
- temperen -- harden; blend; moderate
- tentoonstellen -- exhibit
- teren -- tar
- terugbetalen -- repay
- teruggeven -- giveback
- terughouden -- detain
- terugkeren -- goback; comeback
- terugkomen -- comeback
- terugkrabbelen -- retreat
- terugnemen -- abjure
- testen -- test
- tevredenstellen -- meetwith
- tieren -- besuccesful
- tikken -- pat; type
- tillen -- lever
- timmeren -- build
- tingelen -- jingle
- tintelen -- foam
- tippelen -- march; goforawalk
- tiranniseren -- tyrannize
- titelen -- title
- toegaan -- become; close
- toekomen -- beworthyof
- toelaten -- allow; admit; accord; endure
- toenemen -- accrue; increase; augment
- toereiken -- suffice; convey
- toestaan -- accord
- toestemmen -- approve; affirm; accede
- toeteren -- trumpet
- toevoegen -- add
- toevoeren -- bring; deliver
- toezeggen -- promise
- tokkelen -- pinch; pick; ring
- tolereren -- endure
- tonen -- indicate
- torpederen -- torpedo
- totaliseren -- addtogether
- toucheren -- get; touch
- trakteren -- entertain
- transformeren -- transform
- transpireren -- sweat
- transporteren -- transport
- trasseren -- makeadraft
- treden -- pace
- treffen -- accomplish; action; affect; comeacross; catch; find
- treiteren -- abuse
- trekken -- attract; design; bend; limp; migrate; makeastroke; drag
- treuren -- begrieved
- triomferen -- triumph
- troetelen -- coddle
- troosten -- comfort
- trotseren -- challenge
- trouwen -- marry; bemarried
- tuinieren -- gardening
- tutoyeren -- theeandthou
- twisten -- argue; twist
- typen -- type
- typeren -- characterize
- uitademen -- exhale
- uitbreiden -- extend; aggrandize
- uitbuiten -- exploit
- uitdagen -- challenge; incite
- uitdelen -- deal
- uitdenken -- invent
- uitdoven -- extinguish
- uitdrukken -- express; squeezeout
- uiteenlopen -- differ
- uiteenzetten -- accountfor; demonstrate
- uiten -- drawout
- uitgaan -- exit; end
- uitgeven -- issue; payout
- uithouden -- abide
- uitkeren -- pay
- uitkiezen -- choose
- uitkleden -- undress
- uitkomen -- appear; cometopass; bud; exit; comeout; beappropriate; bevel; result
- uitlachen -- laughat
- uitlaten -- release; leaveout
- uitleggen -- accountfor; interpret; clarify; lengthen
- uitmaken -- decide; extinguish; accomodate; doawaywith; accountfor
- uitnodigen -- invite
- uitoefenen -- exert
- uitrekenen -- calculate
- uitrusten -- equip
- uitschakelen -- eliminate; turnoff; cut; shutoff
- uitsluiten -- exclude
- uitspreken -- express; pronounce
- uitstaan -- abide; bear
- uitstallen -- exhibit
- uitstappen -- getout; exit
- uitsteken -- thrustout; extend
- uitstellen -- adjourn
- uitsterven -- dieaway
- uitstippelen -- plan
- uitstralen -- emit; radiate
- uittrekken -- takeoff; destine; emigrate; lengthen
- uitvaardigen -- issue; promulgate
- uitvinden -- invent
- uitvoeren -- equip; export; achieve; play; accomplish; present; produce
- uitwisselen -- interchange
- uitzenden -- broadcast
- uitzetten -- turnoff; cut; shutoff
- uitzoeken -- choose; examine
- uitzonderen -- except
- urineren -- urinate
- usurperen -- overpower
- vaccineren -- vaccinate
- vaceren -- bevacant
- valideren -- bevalid
- vallen -- drop
- vangen -- capture
- varen -- fern; navigate; go
- vastbinden -- bind
- vasten -- fast
- vasthouden -- hangonto
- vaststellen -- attach; ascertain
- vatten -- frame; capture; understand; get
- vechten -- fight
- vegen -- sweep; clean; delete
- vegeteren -- vegetate
- veinzen -- dissemble; feign
- velen -- abide; tolerate
- vellen -- drop; lower; flay
- ventileren -- aerate
- verachten -- despise; abase
- verafschuwen -- abhor
- veranderen -- alter; transform; turn
- verantwoorden -- accountfor; answer
- verbaliseren -- giveaticket
- verbannen -- exile; driveout
- verbasteren -- degenerate; bribe
- verbazen -- amaze
- verbeelden -- depict
- verbergen -- conceal
- verbeteren -- correct; perfect; improve; adjust
- verbieden -- forbid
- verbinden -- agglutinate; connect; combine; connectup; bind
- verbitteren -- makebitter
- verbleken -- fade
- verblinden -- dazzle
- verbouwen -- cultivate
- verbranden -- burn; incinerate; beburntdown; burndown
- verbreiden -- spread
- verbreken -- break
- verbruiken -- useup; consume
- verdagen -- adjourn
- verdedigen -- defend
- verdelen -- deal; divide
- verdenken -- suspect
- verdienen -- earn; beworthyof
- verdoemen -- damn
- verdoezelen -- befog
- verdragen -- abide; tolerate
- verdrieten -- afflict; distress; annoy
- verdringen -- repulse; suppress
- verdrinken -- drown
- verdubbelen -- double
- verduisteren -- pilfer
- verdwalen -- goastray; loseone'sway
- veredelen -- improve
- vereenvoudigen -- reduce; simplify
- vereffenen -- regulate; strikeabalance
- vereisen -- demand
- verenigen -- join
- vereren -- adore; honor
- verergeren -- blowup; aggravate
- verfraaien -- embellish
- verfrissen -- refresh
- verfrommelen -- crease
- vergaan -- drown; marchoff; pass; perish; putrefy
- vergaderen -- assemble; takealong
- vergelden -- reciprocate; giveback; compensate; repay
- vergen -- demand
- vergeten -- forget
- vergeven -- forgive; poison
- vergieten -- pour
- vergiftigen -- poison
- vergoeden -- compensate
- vergroten -- aggrandize
- vergunnen -- accord
- verhalen -- narrate
- verhandelen -- treat; disposeof
- verhaspelen -- botch
- verhelderen -- accountfor
- verhelen -- conceal
- verheugen -- makeglad
- verhinderen -- bar; hinder
- verhoeden -- bar
- verhogen -- advance; increase
- verhuizen -- move
- verhuren -- let; rentout
- verjagen -- chaseaway; deter
- verjaren -- celebratingone'sbirthday
- verkavelen -- parcelout
- verkeren -- be; concern; befound; change
- verkiezen -- desire; choose; prefer
- verklaren -- declare; accountfor; interpret; clarify
- verkleinen -- decrease
- verklikken -- accuse
- verklungelen -- waste
- verknoeien -- botch
- verkondigen -- advertise; issue
- verkopen -- transactmoney; disposeof
- verkorten -- abbreviate
- verkreukelen -- crease
- verkwisten -- waste
- verlagen -- degrade; decrease
- verlangen -- desire; want; ache; longing
- verlaten -- dreary; abandon; abandoned; alone
- verleiden -- entice; tempt
- verlekkeren -- attract
- verlenen -- give
- verlengen -- lengthen; extend
- verleren -- forget; unlearn
- verlichten -- facilitate; enlighten; light
- verliezen -- lose; bebeaten
- verlokken -- entice; tempt
- verlopen -- end; go; pass
- verlossen -- release
- vermageren -- fallaway
- vermaken -- amuse; bequeath; change
- vermalen -- grind
- vermeerderen -- increase; enhance
- vermelden -- mention
- vermengen -- blend
- vermenigvuldigen -- multiply
- verminderen -- decrease; abate; abridge; drop
- verminken -- top
- vermoeden -- conjecture; guess; supposition
- vermoeien -- bore
- vermogen -- beable; ability; capital; possession
- vermoorden -- murder
- vermorzelen -- crush
- vernederen -- abase
- vernemen -- hear; find; findout
- vernielen -- destroy
- vernietigen -- destroy
- vernieuwen -- renew
- veronderstellen -- hypothesize; guess
- verongelukken -- perish
- verontreinigen -- soil
- verontrusten -- agitate
- verontschuldigen -- excuse
- veroordelen -- condemn
- veroorloven -- accord
- veroorzaken -- activate
- verorberen -- eatup; consume
- verordenen -- decree; command
- verouderen -- age
- veroveren -- conquer
- verplaatsen -- move
- verplegen -- attend
- verpletteren -- crush; flood
- verplichten -- compel
- verpulveren -- pulverize
- verraden -- betray
- verrassen -- surprise
- verrichten -- accomplish
- verroeren -- actuate
- verschaffen -- get
- verschillen -- differ
- verschimmelen -- getmouldy
- verschrikken -- frighten; alarm
- verschrompelen -- shrink
- verschuilen -- conceal
- verschuiven -- move; adjourn
- versieren -- adorn
- verslechteren -- decline; aggravate
- versleutelen -- encipher
- versmachten -- abort; die
- versomberen -- darken
- verspelen -- lose
- versperren -- bar; barricade
- versplinteren -- splinter
- verspreiden -- disperse; spread; dilute; advertise
- verstaan -- hear; understand
- verstellen -- adjust; mend; fix
- versterken -- fortify
- verstoren -- bother
- verstrekken -- get
- vertalen -- translate
- vertederen -- softenup
- vertegenwoordigen -- actfor
- vertellen -- narrate
- verteren -- digest; payout; consume
- vertolken -- interpret
- vertonen -- demonstrate; indicate; present
- vertrekken -- flyaway; absentonself; driveaway; startoff; contort; quarters
- vertroetelen -- coddle
- vertrouwen -- havefaith; confidence; confide
- vervaardigen -- fabricate
- vervallen -- beonthedecline; decline
- vervalsen -- falsify; adulterate
- vervangen -- taketheplaceof; replace
- vervelen -- bore
- verven -- paint; colour; dye
- verversen -- refresh
- vervloeken -- blaspheme
- vervoeren -- transport; drive
- vervolgen -- continue; haunt; chase
- vervullen -- accomplish
- verwachten -- foresee; abide
- verwarmen -- heat
- verwarren -- entangle; confuse; blend
- verwateren -- adulterate
- verwekken -- beget
- verwennen -- coddle; spoil
- verwensen -- curse
- verweren -- defend
- verwerken -- digest
- verwerpen -- reject; condemn
- verwerven -- achieve
- verwikkelen -- entangle
- verwisselen -- confuse
- verwoesten -- damage; destroy; destruction; ruin
- verwonden -- hurt
- verwonderen -- amaze
- verzamelen -- collect
- verzegelen -- seal
- verzekeren -- insure; assert; affirm
- verzenden -- dispatch; sendoff; dismiss; send
- verzetten -- finish
- verzinnen -- invent
- verzoeken -- ask; entice
- verzorgen -- attend; lookafter
- verzuimen -- leaveout
- verzwelgen -- gulpdown
- vestigen -- erect; found
- vibreren -- vibrate
- vieren -- release; celebrate
- vigeren -- bevalid
- vinden -- account; find
- vingeren -- finger
- visiteren -- inspect
- vlechten -- braid
- vleien -- flatter
- vlekken -- soil
- vliegen -- aviate; fly
- vlieten -- flow
- vloeien -- flow
- vloeken -- blaspheme
- vluchten -- flee
- voeden -- feed
- voederen -- feed
- voegen -- befit; beappropriate
- voelen -- feel; sense
- voeren -- conduct; feed; carry; transport
- volbrengen -- accomplish; finishoff
- voldoen -- meetwith; pay; suffice
- voleindigen -- accomodate
- volgen -- follow; result
- volharden -- abide
- volhouden -- abide
- voltooien -- accomplish; prepare
- voltrekken -- accomplish
- vomeren -- throwup
- voorbereiden -- prepare
- voordoen -- attach
- voordragen -- declaim
- voorgaan -- precede
- voorgeven -- giveasanexcuse; feign
- voorkomen -- appearance; comeabout; prevent; befound; appear
- voorlichten -- acquaint; illuminate
- voornemen -- intention
- voorschieten -- advance
- voorspelen -- play
- voorspellen -- forecast
- voorstellen -- depict; offer
- voortbrengen -- bear; afford
- voortrekken -- favor; prefer
- voortzetten -- continue
- vooruitgaan -- advance
- vooruitkomen -- besuccesful
- voorvallen -- comeabout
- voorwenden -- giveasanexcuse; feign
- voorzeggen -- forecast; prompt
- voorzien -- foresee
- voorzitten -- preside
- vorderen -- demand; advance; exact
- vormen -- cut; form; acknowledge; accountfor
- vouwen -- fold
- vragen -- ask; invite; askfor
- vreten -- eat
- vrezen -- beafraidof
- vriezen -- freeze
- vuilmaken -- soil
- vullen -- stuff; fill; pad
- waaien -- blow; aerate
- waarborgen -- guarantee
- waarderen -- appreciate; appraise; like
- waarnemen -- keep; find; makeuseof
- waarschuwen -- admonish; caution
- wachten -- abide
- wagen -- dare; car; bebold; hazard; vehicle; carriage; cart
- waggelen -- hesitate
- wandelen -- stroll; goforawalk
- wanen -- fancy
- wanhopen -- despair
- wankelen -- hesitate
- wantrouwen -- distrust; suspicion
- wapenen -- arm
- wapperen -- flare; flirt
- warrelen -- swirl
- wassen -- bathe; accrue; wash; ascend; blend
- wateren -- irrigate; urinate
- wedden -- bet
- weergeven -- giveback; render
- weerhouden -- detain
- weerleggen -- refute
- weerspiegelen -- reflect
- weerstaan -- confront; resist
- weerstreven -- oppose
- weerzien -- seeagain
- wegen -- weigh
- weggaan -- startout; absentonself
- weglaten -- release; drop; leaveout
- wegnemen -- deduct; abstract
- wegvoeren -- divert
- weiden -- feed; graze
- weifelen -- hesitate
- weigeren -- reject; refuse
- wekken -- arouse
- wemelen -- abound
- wenden -- turn; endorse
- wennen -- accustom; accustomoneself
- wensen -- desire
- wentelen -- roll; turn
- weren -- repulse
- werken -- act; ferment; function; vary; works
- werpen -- throw
- wervelen -- swirl
- werven -- recruit
- weten -- know; knowledge
- weven -- weave
- wezen -- essence; be; creature; character
- wiebelen -- hesitate
- wiegelen -- rock; balance
- wiegen -- balance; lull
- wikkelen -- roll
- willen -- bewillingto; wanttohave
- winden -- wind; roll
- winkelen -- shop
- winnen -- digup; earn
- wisselen -- interchange; change
- woelen -- envelop; dig
- wonden -- hurt
- wonen -- dwell
- worden -- be; arise; become; get
- worstelen -- flounder; wrestle
- wreken -- avenge
- wriemelen -- itch; abound
- wringen -- contort
- wuiven -- wave
- wurgen -- choke
- zaaien -- sow
- zabberen -- salivate
- zakken -- descend; abort
- zegelen -- seal
- zegenen -- bless
- zegevieren -- triumph; defeat
- zeggen -- say
- zeilen -- sail
- zenden -- send
- zengen -- burn
- zetten -- extract; infuse; typeset; laydown; assemble; reduce
- zeveren -- salivate
- zieden -- boil
- zien -- consider; see
- zingen -- sing
- zinken -- degenerate; descend; getoff; sink; dive
- zinnen -- meditate; please; think
- zinspelen -- allude
- zitten -- pose; sit
- zoeken -- aim; lookfor
- zoenen -- kiss
- zogen -- suckle
- zondigen -- sin
- zorgen -- care; worries
- zouten -- pickle; salt
- zuchten -- ache; sigh; groan
- zuigen -- suck
- zuipen -- drink
- zuiveren -- clean
- zullen -- haveto; go
- zwaaien -- wave; brandish; sway
- zwellen -- swell
- zwemmen -- float
- zwendelen -- defraud
- zweren -- dischargepus; swear
- zwerven -- migrate
- zweten -- getwet; sweat
- zweven -- float
- zwichten -- cede; hesitate
- zwieren -- sway; turn
By The FreeDict Project.